zaterdag 21 juli 2012

Zuid-Afrika, here I come...

En nu dus Zuid-Afrika. Nog twee weken en het is zover. Dan gaan we terug apen observeren. Hoera! Ik neem er deel aan een project van de Universiteit van Durham (UK) dat de titel 'Primate and predator' draagt. Veelzeggend is dat natuurlijk niet, maar het geeft wel aan dat het zowel om apen als roofdieren draait. In het onderzoeksgebied Soutpansbergen, dat gelegen is in het noordoosten van Zuid-Afrika,  komen vijf soorten apen voor: de Chacma baviaan, de Groene meerkat en de Samangomeerkat (die ik ga bestuderen) en dan twee nachtactieve halfaapjes: de Dikstaartgalago en de Zuid-Afrikaanse galago. Wat de roofdieren betreft, kent Soutpansbergen de hoogste dichtheid aan Luipaarden van het ganse land. Verder passeren er regelmatig Gevlekte hyena's, Civetkatten, Genetkatten, Caracals en bij grote uitzondering zelfs een Jachtluipaard en Wilde honden! Dat belooft dus :-)


'Maar wat ga je dan precies doen?', is zowat de meest gestelde vragen de laatste maanden na 'Wanneer vertrek je?' (zouden ze blij zijn om van me af te zijn? :-)).Wel, de bedoeling zou zijn dat ik van zonsopgang tot zonsondergang een groep Samangomeerkatten ga volgen om hun gedrag te observeren. Wat eten ze? Wat is hun geliefde foerageerplek? Waar slapen ze? Wat is hun home range? En waarmee houden ze zich de rest van de dag bezig? Saai, denk je? Jup, vast bij momenten wel :-). Zeker als ze tijdens warme dagen gedurende een paar uur hun middagdutje houden. Maar gelukkig beweegt er in zo een groep apen van 45 à 60 dieren altijd wel iets of iemand ;-)


En nu is het dus aftellen geblazen. Gauw nog even naar de bank, een nieuw bandje voor m'n polshorloge, een nieuwe zaklamp, nieuwe wandelschoenen, een update van de kleerkast, nog een vierde keer door mijn vogelboek gaan om de vogels te leren, idem voor de zoogdieren en we zijn er klaar voor! South-Africa, here I come... :-)

zaterdag 7 juli 2012

Predatoren en primaten? Toen al?


Maar er moet gewerkt worden, dus handen uit de mouwen, notitieboekje in de aanslag.  Het onderzoeksproject dat ik opzette in samenwerking met het Deutsches Primaten Zentrum in Göttingen en de Universiteit van Utrecht focuste op de invloed van predatierisico op het cathemerale activiteitspatroon van de lemuren. Tja, het beestje moet een naam hebben. Toen duidelijk al in de ban van primaten en predatoren :-)

Mijn dagen begonnen nog voor zonsopgang (5u30). Snel ontbijten: een klein stukje frans brood met wat lokaal gewonnen honing (incl. mieren) en een banaan. Dan gauw 2 km wandelen naar het bos waar een van de vijf groepen lemuren de ganse ochtend mijn volledige aandacht zou krijgen. Antenne de lucht in en hop, zoeken maar, naar de biepbiep die dat ene gezenderde beest aanwijst. En voila, daar waren ze dan. Soms met z'n zevenen, soms met z'n dertienen of er iets tussenin. Een beetje dom zitten rondkijken in een boom, wat fruit eten, wat rusten, een beetje wandelen en tegen de middag werd het alweer tijd voor een middagdutje. Ziezo de ochtend van de bruine lemuren zit er weer op.

's Middags terug naar het kamp. Intussen klom de temperatuur boven de 35 à 40°C. Nooit zoveel liter bij elkaar gezweet. Gefundenes fressen voor de kleine zweetbijtjes! Ik ben nog nooit in mijn leven zo populair geweest. Van zodra er een klein druppeltje zweet durft verschijnen zijn ze daar. Met z'n tientallen. En allemaal willen ze zo dichtbij mogelijk geraken. All resistance is futile! Wennen maar...:-)

Majebati
Gauw eten, wat verfrissen, in de hangmat luieren en een frisse 75cl Three horses beer opentrekken.  Aaaah, het leven kan toch zalig zijn! Nog een beetje luisteren naar Majebati, onze Malagese veldassistenten die bulken van het muzikale talent, wat kletsen met de andere onderzoekers en de dag zit erop.


De volgende maanden zou ik zo afwisselend van 6-12u, van 12-18u of van 18u-24u verschillende groepen lemuren observeren. Wist ik veel dat ik tot over mijn oren verliefd zou worden op de dieren, het bos, de geluiden, de mensen en de Afrikaanse 'moramora' way of life...


De volledige Kirindycrew

vrijdag 6 juli 2012

Op naar Madagascar...

Augustus 2002. Ik zou dus een project gaan doen met Bruine roodkoplemuren en Verraux sifaka's in Kirindy Nature Reserve in het westen van Madagascar. Vijf maanden aapjes kijken, is er iets meer zalig dan dat? Mooie vooruitzichten dus.

De eerste dagen bracht ik in de hoofdstad Antananarivo door. 'Tana' voor de niet-stotteraars onder ons. De eerste keer Afrika dus: cultuurshock! Straten met meer gat dan straat, kinderen die leven op straat, armoede, veel 'pssst' en 'vazaa' (vreemdeling in het Malagash) van alle kanten als je over het straat loopt,... Even nog langslopen bij de lokale prof aan de universiteit en dan eindelijk richting Morondava, naar Kirindy.



Aangekomen in het onderzoeksstation in Kirindy kon ik onmiddellijk kennis maken met een eerste groep roodkoplemuren. Wat een geinige beestjes! Dit komt helemaal goed! Daarna mijn iglotentje neerpoten op een van houten platformen in het bos die daarvoor voorzien waren. Hangmat ophangen en klaar is kees! Dit zou mijn thuis worden voor de komende vijf maanden. Ik had er zin in!


De eerste drie weken waren hard, dat geef ik toe. Het was even wennen, ver weg van alles en iedereen. En dat dan in combinatie met Lariam, het anti-malariamiddel. Of is het eerder pro-psychosemiddel? Veel paranoia en onwerkelijke angsten heb ik doorstaan... En levensechte gruwelijke dromen! Man, wat kan zo'n stof met je hersenen uitvreten! Maar goed. De Afrikaanse zon, de ongerepte natuur en natuurlijk de lemuren deden hun ding. Na een maand was ik compleet verliefd op deze plaats...





woensdag 4 juli 2012

Hoe het allemaal begon...

Op 7 augustus is het eindelijk zover. Terug naar mijn eerste liefde. Er is een tijdje over gegaan, maar oude liefde roest niet, luidt het spreekwoord zo wijs. Ik was 23 toen ik voor het eerst een groep apen observeerde. Ondertussen 11 jaar geleden. 't Was liefde op het eerste gezicht. Daar zat ik dan, na een lange zwerftocht doorheen opleidingen en labo's, eindelijk op mijn plek. Diergedragskunde: dat was het wat ik wou gaan doen! Eindelijk iets waar ik zeker van was :-)
Opa Gekko met Upupa, Praha en Zazaa
Dus ik voor zo'n groep apen. Java-apen, gehuisvest in het Ethologiestation van de Universiteit van Utrecht. Beginnen bij het begin: Quayo als alphamannetje, de Pap-familie met omaatje Hoempa en zus Upupa die het verder voor het zeggen hadden. Simpel! Opa Gekko, macho Nacho, dutske Jawa met haar kalende vacht die steeds op haar donder kreeg. Makkelijk! Nog 58 apen te gaan... mmm... Al die rotjochies die de ganse dag doorheen de kooi rennen en nooit een ogenblik lijken stil te zitten om hun tattoonummer te laten aflezen. Allemaal even groot, allemaal dezelfde leeftijd, allemaal ventjes en allemaal hetzelfde malle kuifje op hun kop. O jee, dit wordt lastig... De rest zat in dichte kluitjes op elkaar geplakt.

Het duurde een tijdje, maar ik leerde ze allemaal kennen, stuk voor stuk. Weken zat ik daar, in de observatiegang, naar de apen te kijken. Ik bestudeerde hun agressieve gedrag.  Samenspannen, opstoken, intriges, uitdagen, staarttrekken, kontbijten, het hoorde er allemaal bij. Hoe menselijk kunnen apen worden?

Drie maanden en vele observatieuren later, knalde de groep uit elkaar. Een familiestrijd werd beslecht met een aantal doden uit de alphafamilie en de betafamilie nam het bewind over. Katua, Semua en nog enkele anderen overleefden het niet. De groep werd opgesplitst om verdere escalatie te voorkomen. Einde Pap-groep. Ondanks dit trieste einde, had ik het zwaar te pakken. Ik moest en zou verder deze weg bewandelen. Meer apen voor mij! :-)

En zo geschiedde... Een goed jaar later vertrok ik naar Madagascar voor vijf maanden om er de Bruine roodkoplemuren en Verraux sifaka's te gaan bestuderen in het wild. Voor het eerst naar Afrika. Alleen. Vijf maanden onder de Afrikaanse zon. Komt dat wel goed?